G-Afdeling


De zwemlessen beginnen in het ondiepe. Hier raken de kinderen spelenderwijs vertrouwd met het water. Tegelijk worden de eerste stappen gezet naar de zwemslagen. Het ABC-diploma is opgedeeld in verschillende onderdelen. Voorbeelden hiervan zijn “te water gaan”, “onder water zwemmen”, “drijven op de buik” en “schoolslag”. Deze onderdelen worden per diploma zwaarder (zowel in techniek als in afstand). In het ondiepe traject houden we dezelfde onderdelen aan. Op deze manier is er een logische opbouw van ondiep naar het zwem ABC.

In het ondiepe traject krijgen de kinderen geen diploma. Wel wordt er regelmatig gecontroleerd of een onderdeel al voldoende is. Deze scores komen in een programma te staan die u als ouder vanuit huis kan bekijken. Dit programma heet Zwemscore. Hieronder ziet u een voorbeeld van wat u als ouder kan zien.

Op het moment dat een kind voldoet aan de eisen van het onderdeel “te water gaan”, krijgt hij of zij hiervan een bewijs. Dit doen we in de vorm van smileys die we de kinderen meegeven. Op deze manier weten de kinderen en de ouders hoe ver ze al zijn. Het voordeel van deze manier van belonen is dat er per kind duidelijk is wat hij/zij al kan en waar in de les nog aan gewerkt moet worden. Zo kunnen we de kinderen precies dat aanbieden waar hij/zij aan toe is en is het kind niet afhankelijk van het niveau van de rest van de groep voor het ontvangen van een diploma.

Op het moment dat er voldoende smileys zijn behaald in het ondiepe en in het diepe, gaan de kinderen door naar het zwem ABC. Hier wordt aandacht besteed aan de schoolslag, enkelvoudige rugslag, borstcrawl en de rugcrawl. Daarnaast leren ze bij het Zwem ABC ook allerlei andere vaardigheden, zoals drijven, onder water zijn en oriënteren en op verschillende manieren draaien in het water. Het Zwem ABC bestaat uit drie diploma’s. Met het C-diploma wordt het Zwem ABC afgerond en zijn ze zwemveilig genoeg om op een verantwoorde wijze van het water te genieten.